[+Liam Cheney]
Rustig onderzochten de rode ogen van de jongeman de omgeving. Mannen die zware dozen verplaatsten of optilden, en andere die een praatje met elkaar maakten. Zelf zat hij rustig op een aantal opeengestapelde dozen, zijn benen hangend en rustig heen en weer wiegend. hij leunde achterover op zijn handen en leunde zijn hoofd naar achteren, even goed van de zon genietend. Hij nam een diepe adem binnen, voor hij weer tevreden uit zuchtte. Een zachte warme zomerwind liet zijn witte haren even zweven, voor ze plat voor z'n gezicht vielen. Zachtjes mompelend duwde Xen de haren uit zijn gezicht, voor hij een stem onder zich hoorde. één van de matrozen keek hem een beetje gestoord aan. ''hé jongen, het is hier geen speelplaats! Wegwezen!'' Xen keek even boos voor hij zijn grijze vleugels uitspreidde en opvloog. Hij keek even vluchtig rond voor een plek waar geen spullen of mensen stonden, maar zag enkel een leeg plekje naast het water. Hij beet even zijn lip, voor hij zichzelf naar beneden liet zakken. In landen was hij nooit goed geweest. Hij kreeg het maar niet onder de knie! Met een rotvaart knalde hij op zijn voeten, voelde een schok door zich heengaan en wankelde even, voor zijn rechtervoet uitgleed... Met een kleine gil knalde hij eerst op de stenen rand, op het plekje tussen zijn benen voor hij het water beneden in plonsde. Hij kwam meteen boven water en kreunde ''A-Auww!'' riep hij uit voor hij naar het trappetje tegen de muur aan zwom, en langzaam omhoog begon te klimmen, zijn vleugels nat en zwaar waardoor ze slap naar beneden hingen.